Informatie

Geschreven door
 Keistad Advocaten
Datum
 14-01-2019
Categorie
Strafrecht

Bedreiging met GHB?

Dat het tussen halfzussen en halfbroers niet altijd botert, bewijst een zaak van 8 januari 2019 die tot de Hoge Raad is uitgevochten.

Halfzus en haar moeder hadden al wat langere tijd problemen met de halfbroer. Op een middag in december 2015 zag de halfzus dat haar halfbroer haar fiets pakte en hiermee weg wilde lopen. Daarop is de halfzus naar buiten gelopen en heeft tegen de halfbroer gezegd dat hij haar fiets moest laten staan. Vervolgens haalde de halfbroer een spuit uit zijn jaszak met daarin nog een kleine hoeveelheid doorzichtige vloeistof. Op dat moment voegde de halfbroer haar de woorden toe “zal ik jou eens met GHB inspuiten?”.

Deze uiting werd aan de halfbroer ten laste gelegd als een bedreiging met zware mishandeling.

Ondanks verweren van de verdediging, heeft het hof geoordeeld dat deze uiting inderdaad een bedreiging met zware mishandeling oplevert. ‘Het gebruik van GHB kan ernstige risico’s voor de gezondheid van de gebruiker opleveren en bij een overdosering zelfs tot een coma leiden. Ook is niet uitgesloten dat de GHB wordt gemaakt van gootsteenontstopper, hetgeen extra schadelijk is voor de gezondheid. Het gedwongen toedienen van het GHB, kan derhalve verregaande lichamelijke consequenties hebben’, aldus het hof in ’s-Hertogenbosch.

De Hoge Raad is het daarmee eens en heeft de uitspraak in stand gelaten.

Vermoedelijk heeft de Hoge Raad hierbij betekenis toegekend aan het feit dat halfbroer ook daadwerkelijk een spuit met daarin een vloeistof aan zijn halfzus heeft getoond. Hierdoor werd het dreigende karakter van de uiting verhoogd en kon bij de halfzus de redelijke vrees ontstaan dat zij zwaar lichamelijk letsel zou oplopen.

Klik voor de uitspraak van de Hoge Raad: Uitspraak Hoge Raad