Wet- en regelgeving verandert continu. Dat geldt helemaal voor het Nederlandse arbeidsrecht. Na de ingrijpende wetswijzigingen in 2015 met de Wet Werk en Zekerheid (‘WWZ’) en in 2020 met de Wet Arbeidsmarkt in Balans (‘WAB’), wordt het Nederlandse arbeidsrecht het hele jaar door aangepast aan de maatschappelijke ontwikkelingen en veranderende arbeidsmarkt. Zo zorgt Corona bijvoorbeeld voor – soms tijdelijk – wijzigingen, denk aan regulering rondom thuiswerken. Wat zijn de belangrijkste wijzigingen voor 2022? In twee delen praat ik u bij.
Corona heeft veel tijdelijke maatregelen opgeleverd, die in 2022 weer (deels) worden teruggedraaid. Zorg dus dat u goed op de hoogte bent van de laatste wijzigingen.
Einde tijdelijke verruiming vrije ruimte binnen de WKR
De vrije ruimte binnen de Werkkostenregeling (‘WKR’) was in 2021 tijdelijk verhoogd van 1,7 procent naar 3,0 procent van de fiscale loonsom tot en met € 400.000,- en 1,18 procent van het restant van de loonsom daarboven. Deze tijdelijke aanpassing van het percentage was als crisismaatregel tijdens corona ingevoerd. Deze crisismaatregel vervalt per 2022, zodat het percentage weer 1,7 procent wordt. Komt het bedrag van de vergoedingen boven de grens van de vrije ruimte, dan moet de werkgever over dat extra bedrag – schrik niet – 80 procent belasting betalen.
Gerichte vrijstelling voor thuiswerken
Nog geen formele wetgeving maar wel in de pijplijn en dus actueel: de fiscale vrijstelling voor een thuiswerkvergoeding. Door Corona heeft werkend Nederland nog nooit zoveel thuisgewerkt als afgelopen jaar. Naar verwachting geldt er per 1 januari 2022 een gerichte vrijstelling voor een thuiswerkvergoeding van maximaal € 2,- per thuiswerkdag. Deze onbelaste vergoeding mag dan weer niet samengaan met een reiskostenvergoeding voor woon-werkverkeer. Werkt uw werknemer gedeeltelijk vanaf een vaste werkplek op kantoor en gedeeltelijk vanuit huis, dan moet u kiezen. Ofwel kunt u uw werknemer een vergoeding van de reiskosten voor woon-werkverkeer toekennen ofwel een thuiswerkvergoeding. De ingangsdatum van de gerichte vrijstelling is op het moment van schrijven van deze column nog niet definitief. Eerst moet de Eerste Kamer deze nog goedkeuren.
STAP-budget in plaats van fiscale aftrek scholingskosten
Om in de fiscale wet- en regelgeving te blijven: tot 1 januari 2022 is het voor werkenden en werkzoekenden nog mogelijk om bij de aangifte inkomstenbelasting scholingskosten af te trekken. De aftrekregeling wordt per 1 maart 2022 echter vervangen door het zogenoemde ‘STAP-budget’, dat staat voor ‘STimulering ArbeidsmarktPositie’. Dit is een individueel ontwikkelbudget dat werknemers en werkzoekenden de mogelijkheid biedt om zich te blijven ontwikkelen. Het budget bedraagt maximaal € 1.000,- per persoon per jaar en mag worden ingezet voor opleidingen, cursussen en trainingen. De werknemer kan het STAP-budget zelf aanvragen bij het UWV. Dit gaat dus buiten u als werkgever om. Dit kan per persoon één keer per jaar. Als de aanvraag is goedgekeurd, wordt het bedrag betaald aan de opleider. De aanvragen worden beheerd en uitgevoerd door het UWV.
Geen rookruimtes meer op de werkvloer
Met ingang van 1 januari 2022 moeten alle rookruimtes op het werk definitief gesloten zijn. Deze maatregel is het gevolg van het Nationaal Preventieakkoord van 23 november 2018 en de wijziging van het Tabaks- en rookwarenbesluit. De NVWA (Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit) houdt toezicht op het handhaven van dit rookverbod en kan ook bestuurlijke boetes opleggen. Werkgevers dienen hier rekening mee te houden en hun rookbeleid hierop zo spoedig mogelijk aan te passen.
De reikwijdte van het rookverbod op de werkvloer wordt dus ruimer. Roken is naast alle ruimtes en inrichtingen waar werknemers hun werkzaamheden (normaal gesproken) verrichten, straks ook niet meer toegestaan in speciaal daartoe ingerichte ‘rookruimtes’ in gebouwen. Ook bedrijfsvoertuigen worden gezien als werkplekken, waar het rookverbod geldt. Dit is slechts anders als het voertuig eigendom is van de werknemer en er geen collega’s meerijden. Dan is het de eigen keuze van de werknemer om te roken.
Werkgevers mogen wel nog een beschutte rookplek, zoals een ‘rookhok’, inrichten op een buitenterrein bij het bedrijfsgebouw. U mag als werkgever echter ook het hele bedrijfsterrein rookvrij verklaren. Let wel op: u kunt het rookverbod – vanzelfsprekend – niet uitbreiden naar het gebied buiten uw bedrijfsterrein. Kortom: roken op het werk is vanaf 2022 in brede zin verboden, met uitzondering van roken in de buitenlucht – in een eventueel ‘rookhok’ of buiten uw bedrijfsterrein – en in het eigen (privé) voertuig van een werknemer.
Stijn Maas