Studiekostenbeding: hoe zit het ook alweer?

Als werkgever zal u uw personeel op gezette tijden opleiding en scholing aanbieden. En misschien bent u ook wel eens met een werknemer een studiekostenbeding overeengekomen. Vrij vertaald: als de werknemer op enig moment zijn of haar baan opzegt, dan is hij of zij gehouden om aan u (een deel van) de door u betaalde studiekosten terug te betalen. Let op: vanaf 1 augustus 2022 is er veel veranderd in de regelgeving rondom het studiekostenbeding. Zelfs studiekostenbedingen die vóór die datum zijn overeengekomen, kunnen onder de huidige wet- en regelgeving ineens nietig zijn. Dit is het gevolg van de implementatie van de EU-richtlijn Transparante en Voorspelbare Arbeidsvoorwaarden in de Nederlandse wetgeving. Wat is er voor u als werkgever veranderd?

Tot 1 augustus 2022 volgden de ‘spelregels’ voor het overeenkomen van een studiekostenbeding met name uit jurisprudentie. Kortweg gezegd dient voor een rechtsgeldig studiekostenbeding altijd aan de volgende voorwaarden voldaan te zijn:

  1. u moet als werkgever duidelijk aangeven over welke periode u baat heeft bij de opleiding, waarbij de terugbetalingsplicht tot die periode moet worden beperkt;
  2. gedurende genoemde periode wordt de terugbetalingsverplichting evenredig verminderd op grond van de glijdende schaal;
  3. u moet de werknemer vooraf duidelijk informeren over de inhoud en omvang van de terugbetalingsverplichting.


Beperkingen bij verplichte scholing

Vanaf augustus 2022 is de mogelijkheid om rechtsgeldig een studiekostenbeding overeen te komen aan banden gelegd. Bent u namelijk als werkgever verplicht om scholing aan de werknemer aan te bieden, dan is de scholing voor de werknemer kosteloos én wordt deze als werktijd aangemerkt. Die verplichting kan er zijn op grond van de wet of de cao. Voorbeelden zijn opleidingen op het gebied van vakbekwaamheid of veiligheid. Tot de wettelijk verplichte scholing behoort ook de scholing die noodzakelijk is voor de uitoefening van de functie en de scholing die noodzakelijk is voor het voortzetten van de arbeidsovereenkomst. Denk aan de wettelijke beroepsopleiding voor advocaten. Zonder beroepsopleiding kan een advocaat zijn of haar vak simpelweg niet uitoefenen. In al deze situaties is een studiekostenbeding niet toegestaan. 

Wat gebeurt er met bestaande studiekostenbedingen?

Bent u voor augustus 2022 een – op dat moment – rechtsgeldig studiekostenbeding overeengekomen met een werknemer? Let op: reeds lopende studiekostenbedingen die verplichte scholing betreffen, komen te vervallen.

Alle kosten

Alle kosten die uw werknemer moet maken in verband met het volgen van de scholing, komen voor uw rekening. Dus niet alleen de kosten voor bijvoorbeeld het opleidingsinstituut, de universiteit of de hogeschool, maar ook de reiskosten, boeken en ander studiemateriaal en examengelden. Daar komt nog eens bij dat, indien mogelijk, de scholing onder werktijd moet worden aangeboden.

Gereglementeerde beroepen

Let ook op de zogenoemde gereglementeerde beroepen. Hierin staan verschillendeberoepen staan, zoals bijvoorbeeld sportarts, fysiotherapeut of beëdigd tolk. Als het beroep van de werknemer op de lijst van gereglementeerde beroepen staat, is een studiekostenbeding nog wél mogelijk, tenzij de opleiding alsnog in een cao verplicht wordt gesteld. In die laatste situatie is een studiekostenbeding weer niet langer geldig. 

Ten slotte

Ga altijd na of een opleiding op grond van de wet of de cao verplicht is. Zo ja, dan bent u verplicht om die scholing aan uw werknemer aan te bieden en is het niet langer mogelijk om een studiekostenbeding overeen te komen met uw werknemer. De scholing is dan voor de werknemer kosteloos én wordt als werktijd aangemerkt. Check ook altijd of er wel of niet sprake is van een gereglementeerd beroep.

De huidige regels omtrent het studiekostenbeding zijn complex. Mocht u twijfelen of er niet uitkomen, laat u dan goed juridisch adviseren!