Het is eind juli en het wordt steeds rustiger op kantoor. Het hoogseizoen is begonnen en half Nederland is al met vakantie of staat op het punt van vertrekken. Op het moment dat ik deze juridische column schrijf, staan ook bij mij de tassen en koffers al klaar voor een welverdiende zomervakantie. Inspiratieloos zit ik achter mijn bureau voor mijn laatste klus: mijn maandelijkse juridische column. Over welk arbeidsrechtelijk onderwerp ga ik het dit keer hebben? Ah! Zomer en vakantieperiode….: vakantiedagen natuurlijk! Kan een werknemer deze laten uitbetalen?
Het wettelijk uitgangspunt is dat resterende vakantierechten in beginsel alleen bij het einde van de arbeidsovereenkomst in geld uitgekeerd kunnen worden. Als een tijdelijke arbeidsovereenkomst wordt opgevolgd door een nieuwe, aansluitende arbeidsovereenkomst, dan betekent dat geen einde van het dienstverband. Een uitbetaling van vakantierechten is dan een tussentijdse uitbetaling. Bij een lopend dienstverband mag dat alleen voor vakantierechten die een medewerker meer heeft ontvangen dan het wettelijk minimum, ofwel de bovenwettelijke vakantiedagen. Bij ene lopend dienstverband mogen dus nooit de wettelijke vakantierechten – het wettelijk minimum van viermaal de overeengekomen arbeidsduur per week – in geld worden uitbetaald. Dit heeft alles te maken met de zogenoemde recuperatiefunctie van vakantie. Een werknemer moet de mogelijkheid hebben om af te schakelen en de batterij weer op te laden.
Opzeggen dienstverband
Als een werknemer zelf zijn of haar baan opzegt, dan kan hij of zij een reguliere verlofaanvraag doen, door een schriftelijk verzoek bij de werkgever in te dienen. In de praktijk wensen werknemers nogal eens de resterende vakantierechten aan het einde van het dienstverband op te nemen, mede om los te komen van de oude baan, voordat er met frisse moed met de nieuwe baan wordt gestart. Als werkgever kunt u een dergelijk verzoek binnen twee weken afwijzen, mits u dat schriftelijk doet én als u daarvoor gewichtige redenen heeft. Denk bijvoorbeeld aan een situatie van een groot personeelstekort of extreme drukte op de werkvloer, bijvoorbeeld op een accountantskantoor waar aan het einde van het jaar de jaarrekeningen moeten worden opgesteld of op een camping middenin het hoogseizoen.
Opnemen vakantiedagen lukt niet
Omdat het initiatief voor het opnemen van vakantiedagen doorgaans van de werknemer komt, gebeurt het in de praktijk vaak dat er aan het einde van het dienstverband nog veel vakantiedagen niet zijn opgenomen. Een workaholic zal niet snel wekenlang vakantie hebben opgenomen. En soms is het zo druk op de werkvloer, dan werknemers geen lange vakanties plannen. Gaat het zelfs om een verlofsaldo van weken, dan spreken we van een ‘stuwmeer’ aan vakantiedagen. Vaak is het in de praktijk onmogelijk voor een werknemer om deze nog allemaal op te nemen aan het diende van het dienstverband.
Het opnemen van vakantie aan het einde van de arbeidsovereenkomst is overigens weer vrij gebruikelijk als de werknemer met pensioen gaat.
Wat kun je als werkgever doen?
Wat kun je als werkgever doen om een stuwmeer aan vakantiedagen te voorkomen? Als een werknemer de neiging heeft om maar door te werken en geen vakantie op te nemen, dan kunt u als werkgever actief aan uw werknemer vragen om aan te geven wanneer hij of zij met vakantie gaat. Eventueel kunt u als werkgever uw werknemer ook in de juiste richting ‘sturen’ ook op basis van de (collectieve) arbeidsovereenkomst. In de arbeidsvoorwaarden kan bijvoorbeeld zijn geregeld dat u als werkgever bepaalde dagen als verplichte vrije dagen aanwijst.
Niet opgenomen vakantiedagen en einde dienstverband?
Wat nu als vakantiedagen aan het einde van het dienstverband niet zijn opgenomen? Dan maakt uw werknemer aanspraak op uitbetaling in geld van de verlofrechten bij de eindafrekening van het dienstverband.
De uitkering van de vakantierechten in geld is gelijk aan het loon dat verschuldigd zou zijn als de nog resterende vakantierechten waren opgenomen in de vorm van vakantie. De opgebouwde vakantie-uren worden vermenigvuldigd met het loon dat daarover verschuldigd is, wat vervolgens wordt uitgekeerd.
En verder?
Ik stap nu in de auto op weg naar de zon. Ik wens u allen een hele fijne zomer en – mocht u nog weggaan – een hele fijne vakantie!