Informatie

Speelt kindgebonden budget nu wel of niet een rol bij de vaststelling van de behoefte van de alimentatiegerechtigde aan partneralimentatie? Over het antwoord op deze vraag werd in de literatuur en rechtspraak verschillend gedacht.

De Hoge Raad heeft  op 7 juli 2017 (ECLI:NL:HR:2017:1273) een antwoord gegeven op deze vraag. Volgens de Hoge Raad (de hoogste rechter in Nederland op het gebied van civiel recht, strafrecht en belastingrecht) is bij het kindgebonden budget sprake van een overheidsbijdrage van aanvullende aard, waarvan het karakter meebrengt dat die bijdrage buiten beschouwing moet worden gelaten bij het vaststellen van de behoefte van de alimentatiegerechtigde aan een uitkering tot levensonderhoud.

Bij de beantwoording van de vraag achtte de Hoge Raad het van belang dat het kindgebonden budget een inkomensafhankelijke  regeling betreft. De aanspraak op en hoogte van het  kindgebonden budget hangt onder andere af van eventueel ontvangen partneralimentatie, omdat dit deel uitmaakt van het verzamelinkomen (toetsingsinkomen) van de alimentatiegerechtigde.  Naarmate de alimentatiegerechtigde meer partneralimentatie ontvangt, neemt de aanspraak op kindgebonden budget af. Bovendien is het doel van het kindgebonden budget gezinnen met lagere inkomens een bijdrage te verstrekken in de kosten van de tot het gezin behorende kinderen. Kindgebonden budget is dus niet bestemd om de eigen kosten van de alimentatiegerechtigde te dekken.

Voor vragen over het voorgaande of andere vragen op het gebied van personen- en familierecht kunt u mij of mijn kantoorgenoot bereiken op telnr. 033-463 46 36 of via info@keistadadvocaten.nl

Susanne van de Ven

Keistad Advocaten