Informatie

Geschreven door
 Keistad Advocaten
Datum
 15-12-2017
Categorie
Strafrecht
Link
 Visit online

Een man uit Woudenberg heeft er vier jaar en acht maanden op moeten wachten, maar eindelijk (en opnieuw) is hij door het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden vrijgesproken voor rijden onder invloed.

Wat was er gebeurd?
De man werd in maart 2013 aangehouden na een alcoholcontrole. Op het bureau moest de man meerdere keren blazen, omdat het ademanalyseapparaat meerdere malen een foutmelding gaf. Pas de zesde ademanalyse gaf een resultaat.

Bij de rechtbank werd aangevoerd dat de verbalisant die de ademanalyse afnam bij het tanken kort daarvoor benzine op zijn broek had gemorst, en dat dat mogelijk de oorzaak was van de foutmeldingen. Benzine bevat namelijk ethanol, althans daarop gelijkende stoffen, en die kunnen van invloed zijn op de meting. Daarom kon de zesde ademanalyse niet worden vertrouwd en bovendien had volgens de regelgeving na de tweede ademanalyse bloed moeten worden afgenomen om het alcoholgehalte te bepalen. Bij de rechtbank vond dit verweer geen gehoor.

Daarop is hoger beroep ingesteld. In het hoger beroep is de verbalisant gehoord die toen bevestigde dat hij bij het tanken benzine op zijn broek had gemorst. De verdediging gaat ervan uit dat het geen boos opzet was van de verbalisant om dit belangrijke feit niet in een proces-verbaal te vermelden. Wel hadden wij nu een aanknopingspunt om ons verweer nader te onderbouwen. Dat hebben wij gedaan aan de hand van de Engelse handleiding van het ademanalyseapparaat en procedures die, met name in Amerika, zijn gevoerd aangaande de juiste werking van het ademanalyseapparaat. Dat had tot resultaat dat het Gerechtshof in Arnhem onze cliënt vrijsprak van het rijden onder invloed.(1)

Het Openbaar Ministerie ging in cassatie. En verrassend genoeg slaagde het cassatieberoep. (2)
Wat was er verkeerd gegaan? Want in de aanverwante bestuursprocedure had de Raad van State (3) geoordeeld dat niet de juiste procedure gevoerd was, en dat cliënt om die reden geen onderzoek naar de geschiktheid mocht worden opgelegd!

Het Gerechtshof had geoordeeld dat cliënt “vaker had geblazen dan was toegestaan”, maar dat was niet het geval. Verdeeld over zes ademanalyseapparaat had onze cliënt vijf keer geblazen. In de regelgeving is bepaald dat per ademanalyse minimaal twee en maximaal vier geblazen mag worden, en dat, voordat tot de bloedproef moet worden overgegaan, twee ademanalyses mogen worden uitgevoerd. Dat is dus maximaal acht keer blazen. Er was dus niet vaker geblazen dan toegestaan, er was vaker een ademanalyse uitgevoerd dan toegestaan.

Wij hebben bij het hof bepleit dat na de tweede ademanalyse had moeten worden overgegaan op de bloedproef, en dat niet kon worden vertrouwd op het zesde ademanalyseresultaat. Mochten deze verweren niet worden gehonoreerd, dan hadden wij nog voorwaardelijke verzoeken gedaan. Gelukkig heeft het niet zover hoeven komen en zag het hof ‘in de gang van zaken bij gelegenheid van het onderzoek naar het ademalcoholgehalte van verdachtes adem om de uiteindelijk verkregen uitdraai van het ademanalyseapparaat, waarop als resultaat een ademalcoholgehalte van 825 microgram per liter uitgeademde lucht is vermeld, niet te gebruiken voor het bewijs’. Daarop volgde dus vrijspraak. Hopelijk is er nu een einde gekomen aan een jarenlange juridische strijd.*

Bovenstaand bericht gaat over een zaak uit de praktijk van Xander Sijmons. Xander is specialist strafrecht bij Keistad Advocaten te Amersfoort en Nunspeet.
Strafrechtadvocaat Sijmons is lid van twee specialisatieverenigingen:
* Nederlandse Vereniging van Strafrechtadvocaten (NVSA)
* Stichting Landelijk Advocaten Netwerk Gewelds- en Zeden Slachtoffers (Stichting LANGZS)

(1) ECLI:NL:GHARL:2014:1106
(2) ECLI:NL:HR:2015:2502
(3) ECLI:NL:RVS:2014:3958



* Het arrest is nog niet onherroepelijk. Het openbaar ministerie heeft nog de mogelijkheid opnieuw cassatieberoep in te stellen.